Met de focus op media-, reis- en motorjournalistiek leidde freelance journalist Paul van Hooff (Kaduna, 1964) een geriefelijk leven in Amsterdam. Maar in 2005 trok hij er de deur achter zich dicht en ging met zijn Moto Guzzi V7 uit 1975 reizen, van Deadhorse in Alaska naar Ushuaia in de staart van Argentinië. Het was de bedoeling om een jaar on the road te zijn - pas na drie jaar was hij na een reis van 60.000 kilometer op zijn bestemming. Na zijn avontuur ging hij wonen in Bolivia, en werd de vader van de tweeling Santiago en Sebastian.
Met zijn eerste reis vervulde hij een langgekoesterde droom: voor onbepaalde tijd met de motor over de wereld reizen, en er verslag van doen. Drie jaar lang was hij zo vrij als een vogel, met elke dag nieuwe belevenissen. Over die reis schreef hij de cultklassieker Man in het zadel. Het AD noemde het ‘een van de allerbeste reisboeken van de afgelopen jaren’, terwijl Herman Brusselmans hem in de Playboy uitriep tot reisschrijver van het jaar.
Eind 2016 besloot Van Hooff zijn Moto Guzzi V7 nog een keer de sporen te geven en reisde grotendeels in de winter van Amsterdam naar Tokio. Hij koos voor de kou, omdat hij nog nooit eerder onder zulke omstandigheden had gereisd. Met min vijftien sliep hij in zijn tentje in de bergen van Armenië en hoorde in de verte wolven huilen. Van Hooff genóót. Na duizenden eenzame kilometers door Siberië arriveerde de reiziger gezond en wel in Tokio. De V7 gaf al die tijd geen klap verkeerd. Opvallend is het gebrek aan enige voorbereiding - hij ziet wel waar het schip aanmeert. Over die reis schreef hij het eveneens zeer goed ontvangen boek Van hier tot Tokio.
Van Hooff is van mening dat vrijheid een beslissing is, maar je moet wel bereid zijn om offers te brengen. Een zo’n offer is: accepteren dat je leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Als je bereid bent om zekerheden achter je te laten, dan gaat er letterlijk een wereld voor je open. In een wervelende show met prachtige foto’s en filmpjes neemt hij zijn publiek mee in zijn onvoorspelbare wereld.